Keek op de week 1Deze week beginnen we even met iets anders. De reserveringen voor de gîte, pipowagens en camping. We hebben nog nooit zo vroeg reserveringen gehad en ook nog nooit zoveel als dit jaar. Dus wij zijn alleen maar blij zoals het nu loopt. Normaal loop ik hier niet zo erg mee te koop maar dit jaar zit er een reservering bij die toch wel heel erg bijzonder is voor ons. Het is namelijk voor de allereerste keer dat mijn broer en mijn zus naar ons toekomen. Zij hebben ons Franse plekje nog nooit echt kunnen aanschouwen en dat ze nu dan ook nog samen komen voor een aantal dagen dat is toch wel heel bijzonder. Mijn broer, die niet zo reislustig is, die buiten de Nederlandse grenzen is en mijn zus, die voor geen goud het eiland Goeree Overflakkee verlaat voor langer dan een paar uur. Dat is toch heel bijzonder. Dus we gaan een Franse broers-en-zus-vakantie tegemoet. Geweldig! Ik had het niet meer verwacht. Er is een foto vanuit de oude doos van ons drieën en we hebben ons voorgenomen om hier een nieuwe van te maken maar dan ongeveer 54 jaar later. En natuurlijk wel met andere kleren aan. Ik ben erg druk bezig met het maken van een zogenaamd E-book. Dat is een boek dat je kan lezen op internet of voor jezelf kan downloaden en op de computer, laptop, tablet of telefoon kan lezen. Het worden de verzamelde verhalen van Chef maar dan niet als losse verhalen op de website maar gebundeld in een boek. Ik ben er nu al een poosje mee bezig en het wordt echt een bijzonder boek. De verhalen stammen natuurlijk nog uit de tijd dat Chef net bij ons was gekomen vanuit het asiel uit Montluçon. Er komen dan natuurlijk weer situaties voorbij die je eigenlijk al lang bent vergeten. Dus alles bij elkaar wordt het heel gaaf. En wat het allerleukste is……..het boek wordt straks beschikbaar voor iedereen die zich heeft ingeschreven voor de nieuwsbrief. Dus als je nog niet ingeschreven bent, doe dat dan nog even vlug want over een poosje kan je dan gratis dit prachtige boek bekijken, lezen, downloaden en dus alle avonturen van Chef weer een keertje beleven. Ook in de werkplaats zijn we weer een klein stapje verder. We hebben natuurlijk niet heel veel tijd maar tijdens het opruimen van de grote verftent die we gemaakt hadden om de enorme hoeveelheid hout te schilderen hebben we nog wat aan kunnen pakken om het ons weer iets gemakkelijker te maken. Een poosje terug hadden we via “le boncoin” een mooie grote compressor gekocht. Deze heeft nu een vaste plek gekregen. Ook de stroomvoorziening is nu op orde. Vanuit de krachtstroom groep heb ik een paneel met 3 stopcontacten met 230 volt gemaakt. Wanneer we de compressor op de normale 230 volt aansluitingen lieten draaien vielen de lampen van de werkplaats uit. Dat was natuurlijk niet heel handig. Dat is nu verholpen en hij kan nu naar hartenlust perslucht produceren. Daarbij heb ik nu ook een verdeelstuk gemaakt zodat we gewoon snel het één en ander aan kunnen koppelen en aan het werk kunnen. Inmiddels hebben we ook een luchtschuurmachine, boormachine en schroeftol. We komen steeds beter in de spullen te zitten. In ieder geval zijn we er weer helemaal blij mee. Savez-vous? (weet-je?)Waarom is in het Frans een vuilnisbak een "poubelle".Een gebruiksvoorwerp dat iedereen kent en gebruikt maar eigenlijk let niemand erop. De vuilnisbak! De gewoonste zaak van de wereld zou je zeggen maar in vroeger tijden was dit het zeker niet. En nu mag je één keer raden waar de vuilnisbak het daglicht zag. In Frankrijk en om precies te zijn in Parijs. Het was in de negentiende eeuw toen Eugène Poubelle prefect was van de Franse hoofdstad. Hij was groot voorstander van goede hygiëne. Eugène stelde voor om het afval niet meer zomaar op straat te gooien maar daar speciale bakken en containers voor te gaan gebruiken. De meesten waren hier voor en het voorstel van Poubelle werd ingevoerd. Maar de vooruitstrevende prefect had nog meer plannen. Hij vond dat de vuilnisbakken ook op regelmatige tijden geleegd moesten worden en het afval daardoor dus verzameld moest worden. En toen werd er eigenlijk ook meteen een afvalscheiding systeem ingevoerd. Er waren drie opties om afval te verzamelen. Eén bak voor huishoudelijk afval, één bak voor glas en gebroken aardewerk en een aparte bak voor de schelpen van de mosselen en oesters. De Franse krant “Le Figaro” die ook toen al goed was in het bekritiseren van de overheid nam hierin het voortouw. Al vrij snel werd de afvalbak “la poubelle” genoemd naar de uitvinder Eugène Poubelle natuurlijk. Dus mede door de krant werd de “poubelle” een waar begrip in Parijs en aan het einde van de negentiende eeuw werd het woord “poubelle” opgenomen in het grote Franse woordenboek. En daarom leren we nu nog steeds op school dat het Franse woord voor afvalbak “poubelle” is. Dankzij Eugène. KorstmossenEen week geleden plaatste ik een foto van een flinke bos korstmos in mijn hand. Die was uit de boom gewaaid met de harde storm. Ik vind deze mossen altijd zo bijzonder om te zien. Het zijn net kleine kunstwerkjes. Daarom vond ik het ook een mooie foto om te plaatsen op Instagram en Facebook. Ik kreeg toen een reactie van Dini. Die meldde dat Personal Bloom deze mossen heel graag zou willen hebben om die te gebruiken bij de workshops met de kerst. Dus vanaf dat moment loop ik dus iedere wandeling met een zakje rond om korstmossen te verzamelen. En eigenlijk is dat best leuk want ik leer er dus enorm veel van. In eerste instantie dacht ik dat het altijd hetzelfde was. Maar er zijn dus honderden verschillende soorten. En ik kom er nu dus ook achter dat er op aparte soorten bomen speciale soorten korstmossen groeien. Ik heb nog nooit zolang met mijn hoofd naar beneden gelopen. Chef snapt het allemaal niet zo erg. De wandelingen schieten niet op met al dat zoeken. En de eerste keer was ik mijn tasje vergeten en hoe ga je dan al dat mos meenemen. Daar hebben we het volgende op gevonden. Zoals ik al vertelde leer je dan ineens een hoop wanneer je gericht gaat zoeken naar iets in de natuur. En als je dan ook nog even op internet opzoekt wat het nu precies is wordt de verbazing alleen maar groter. Het is een zogenaamd dubbelwezen. Een samengaan van een alg die omkapseld wordt in zijn groei door een schimmel. De groene alg binnenin heeft bladgroenkorrels en kan dus door zonlicht zorgen voor voedingsstoffen (suikers) en verder heeft het alleen maar regenwater nodig. Ze hebben geen wortels en zijn dus geen parasieten voor de bomen waar ze op groeien. Omdat de groene kleur van de algen overwoekerd is door de schimmel krijgt het zo’n zilverachtig groene kleur. De korstmossen vallen in het normale eigenlijk niet zo op. Maar nu het winter is en er weinig kleur in de natuur aanwezig is, vallen ze juist meer op vanwege de grauwe omgevingskleuren. Ze groeien op plekken waar ze dit rustig kunnen doen, zonder concurrentie van andere planten. Ze groeien namelijk heel erg langzaam en hebben daarvoor dus alle rust nodig. Over het algemeen groeien ze maar 1 millimeter per jaar. Dus wanneer ik dan een afgevallen stukje opraap kan dat dus bijna net zo oud zijn als de eik waaraan het gegroeid is. Eeuwen oud dus! Je kan het je bijna niet voorstellen. Daarbij zijn de meeste korstmossen dus beschermd vanwege hun zeldzame verschijning. Ik raap dus echt alleen die vlokken op die uit de bomen zijn gewaaid. Maar korstmossen hebben ook nog een andere eigenschap. Het zijn ook nog perfecte meetgereedschappen voor het bepalen van de zuiverheid van de lucht. Ze zijn heel gevoelig voor verontreiniging en schadelijke stoffen. Wanneer er dus veel korstmossen in de buurt groeien wil dat dus zeggen dat het een schone en gezonde omgeving is. En als ik dan zo rondloop zie ik hier de bomen alleen maar volgegroeid met allerlei soorten korstmossen. Dat geeft een goed gevoel en je kan dus opgelucht ademhalen. Bekijk deze video van een afgevallen tak die ik vond en nu eigenlijk niet meer herkenbaar is door alle korstmossen en gewone mossen die erop groeien. Keek op de week 2Toen vorige week eindelijk al het schilderwerk klaar was konden we eindelijk met de opbouw van de nieuwe pipowagen aan de slag. We hadden al een start gemaakt met het geraamte van de pipo. Hier zijn we deze week mee verder gegaan. Natuurlijk, zoals altijd, is het toch weer lastiger dan je denkt. Het probleem is nu dat de wagen niet waterpas kan staan. De grond in de schuur loopt gewoon 40 cm af en het is onmogelijk om deze wagen dan waterpas te zetten. Daarbij komt nog dat de vloer van de kar niet keurig strak loopt van voor naar achteren. Dit kan ook haast niet anders. Het chassis moet zijn sterkte krijgen van de opbouw en dat zit er nog niet op. We plaatsen de staanders rondom met de bovenliggers erop. Dan gaan we de boel netjes haaks zetten. In zijn geheel staat de wagen dus wel scheef maar alle wanden zijn wel haaks en recht. Wanneer dit voor elkaar is met allemaal geschoorde latten gaan we de vaste schoren in de hoeken van de constructie van de wagen maken. Het is een hoop meten en controleren, maar zo langzamerhand komt de hele wagen in zijn vorm te staan. Je voelt ook dat de vloer steeds vaster op zijn wielen komt te staan. Trouwens, af en toe moet er wel een beetje gedweild worden. We staan natuurlijk wel binnen in de schuur maar met de enorme wind en regen die af en toe naar beneden stort komt er best wel wat water naar binnen. De golfplaten klapperen af en toe en er zitten natuurlijk ook wel eens wat gaten in die hier en daar wat water doorlaten. Maar het marmoleum zit al op de vloer dus we kunnen met een dweiltje de boel weer droog krijgen. De vaste schoren zijn nu aan de beurt. Deze gaan de pipowagen netjes in zijn vorm houden. Aan de buitenkant komen de rabatdelen maar de schoren zijn echt wel nodig omdat de constructie van de wagen zelf natuurlijk niet hetzelfde is als een fundering van een echt huis. Er zit altijd beweging in en die zal opgevangen moeten worden met deze schoren. Iedere hoek wordt dan ook uitgerust met vier stuks schoren. Ik blijf natuurlijk een zeurpiet-meubelmaker en probeer hier wel een mooi geheel van te maken met de balkenstructuur. En nu alles in elkaar zit en de wagen zijn vorm heeft zijn we erg tevreden met het resultaat. We gaan weer vol goede moed op naar de volgende week.
6 Reacties
Keek op de week
Deze week proberen we de draad weer op te pakken. Pijn in de rug zo goed als voorbij maar we kwakkelen gewoon nog een beetje. We verzamelen alle moed weer bij elkaar en we gaan aan de slag. Voor de pipowagen ligt er nog al wat werk te wachten voor we daadwerkelijk kunnen gaan bouwen. De dakspanten die we gelijmd hebben moeten nog afgewerkt worden. Dat wil zeggen netjes glad geschuurd en daarna moeten ze ook deze in de grondverf en de witte lak. Ook dit is weer sneller gedacht dan gedaan. Je verkijkt jezelf iedere keer weer met de hoeveelheden die geschuurd en geschilderd moeten worden. Het zijn altijd van die grote stapels. Maar we gaan gewoon net zo lang door totdat het klaar is.
Tussendoor maken we ook nog een lang gekoesterde wens van ons werkelijkheid. We hebben de tijdelijke keuken een beetje aangepast. De wasmachine naar een andere plek. Daar moest dan natuurlijk wel een wateraansluiting en een afvoer gemaakt worden, maar met al deze moeite komt er dus een plekje vrij in de keuken en die wordt als de gesmeerde bliksem ingenomen door een vaatwasser. Sinds we nu in Frankrijk wonen is het niet meer voorgekomen dat we een werkende vaatwasser hadden. Daar is nu verandering in gekomen en zijn we weer helemaal blij. Vuile vaat erin, schone vaat eruit. Wat een luxe. We hebben er 4,5 jaar op moeten wachten maar het is voor elkaar gekomen.
Nu het schilderwerk voorlopig klaar is (en daar zijn we heel blij mee) is het weer eens tijd om echt te gaan bouwen. We beginnen met het geraamte van de wagen. De staanders worden in gefreesd in de vloer. Met een mal en bovenfrees maken we de gaten waar deze staanders weer in vastgezet gaan worden. Zo komt eigenlijk vrij snel de vorm van de wagen tot stand. We moeten met het neerzetten van de staanders wel even rekening houden met de kozijnen van de ramen en de deuren die hier tussen komen te staan. Het moet natuurlijk wel allemaal gaan passen over een poosje.
Waar komt de "croissant" vandaan
Wanneer je croissant zegt, denk je daar meteen Frankrijk bij. Eigenlijk is dat vreemd want dit luxe broodje komt van origine helemaal niet uit Frankrijk. Hiervoor moeten we terug naar 1683 toen het Koninkrijk Oostenrijk (waar ook Hongarije toen onderdeel van uitmaakte) in oorlog was met Turkije. Tijdens een aanval van de Turken, die slim was uitgedacht werd, een tunnel gebruikt die onder de vestingwallen van Wenen was gegraven. Maar de plek waar de tunnel uiteindelijk weer bovengronds kwam was bij toeval een bakkerij. Door een snelle reactie van de bakkers werd er alarm geslagen en de Turken verloren hiermee de oorlog. Dit was dan natuurlijk voor de bakkers een reden om iets speciaals te bedenken als oorlogstrofee. Omdat er in de Turkse vlag een afbeelding van een maansikkel zit werd dit als voorbeeld gebruikt voor het luxe broodje dat gemaakt werd om de overwinning te vieren.
De croissant was geboren en kon aan zijn triomftocht gaan beginnen. Maar het duurde nog wel 300 jaar voordat de croissant in Frankrijk terecht kwam. Marie-Antoinette die in het Weense koningshuis werd geboren maar uiteindelijk trouwde met Lodewijk de zestiende, was degene die de croissant meenam naar Frankrijk en het daar zeer succesvol introduceerde. In Frankrijk is de croissant het begin van een breder assortiment “viennoiseries” wat de verzamelnaam is voor de zoete luxe ontbijt broodjes zoals “Pain au Chocolat”, “Pain aux Raisins”, “Suisse”, “Brioche”, “Chausson aux Pommes”. Tegenwoordig hoort het allemaal echt in een Frans ontbijt maar het is en blijft wel een beetje luxe natuurlijk.
Naast maanvormige zijn er ook rechte croissants. Maar die zijn ontstaan om de kosten te drukken van het maken van een croissant, want dat scheelt tijd. Dat heb je vooral bij croissants uit de fabriek, een echte broodbakker zou dat niet doen maar toch wordt het tegenwoordig wel steeds vaker gedaan.
Er zijn meerdere theorieën over de oorsprong van de croissant, maar dit is de meest aannemelijke en algemeen geaccepteerde theorie.
DEEG EN BEREIDING
Voor de croissant moet meel gebruikt worden van graan dat extra fijn gemalen is. Na het kneden wordt het tot een dunne laag gewalst. Hier wordt een laag boter overheen gelegd en vervolgens wordt het deeg dubbelgevouwen waardoor de boter in het deeg opgesloten wordt. Vervolgens wordt dit deeg meerdere malen gewalst, dubbelgevouwen en weer gewalst zodat uiteindelijk een structuur ontstaat van dunne laagjes deeg, gescheiden door dunne laagjes boter. Het is belangrijk dat hier elastische boter voor gebruikt wordt zodat deze niet versnippert tijdens het walsen. Na het walsen worden er langwerpige driehoeken uit het deeg gesneden en deze worden opgerold en gebogen. Hierna moeten ze nog een paar uur rijzen. Na het rijzen worden de croissants eventueel nog besmeerd met geklutst ei en gaan ze in de oven. Bij het bakken smelt het vet en komen de laagjes deeg los van elkaar te liggen. De "Puy de Dôme"
De Puy de Dôme is een oude vulkaan en vanaf de camping met helder weer heel goed zichtbaar. Hij spreekt tot de verbeelding omdat hij eigenlijk vrij plotseling verrijst uit het landschap en daarom erg goed zichtbaar is in de wijde omgeving. Het is een markante verschijning en is dat door de geschiedenis heen ook gebleven.
De Puy de Dôme zelf is een grote zogenaamde “lavakoepel”. Dit is een grote opéénhoping van gestold lava die de werkelijke opening van de vulkaan nu dichthoud. Deze lavakoepel kan nog wel spontaan groeien tijdens zijn leven door de opgebouwde druk van binnenuit de aarde. De Puy de Dôme is wel één van de jongste vulkanen in het Centraal Massif met zijn totale hoogte van 1464 meter. De Puy de Dôme behoort tot de “Chaîne des Puys” (de keten van vulkanen). Tien kilometer van de vulkaan ligt Clermont Ferrand. De hoofdstad van het departement waar de vulkaan inligt. Deze heeft zijn naam ontleend aan deze berg. Het departement Puy-de-Dôme is een onderdeel van de provincie Auvergne. Camping “Au Bout du Monde” ligt in het departement Creuse wat onderdeel is van de provincie Limousin. Dus we zijn buren van elkaar en zeker ook omdat de camping in het grensgebied van beide provincies ligt.
De laatste uitbarsting van de Puy de Dôme vond plaats zo rond 5760 v.Chr. waarmee gerust gezegd kan worden dat de vulkaan uitgedoofd is. Een uitbarsting in de toekomst is natuurlijk nooit uitgesloten omdat het gebied waar de vulkaan in ligt heel vroeger een nogal actief gebied is geweest. Dit is wel 150.000 jaar geleden maar geologische gezien is dat allemaal nog redelijk recent. In het vulkanen gebied rondom de Dôme vond als laatste rond 4040 v.Chr. de laatste uitbarsting plaats. Het lijkt dus allemaal zeer rustig rondom deze vulkanen. Zelfs zo rustig dat de Romeinen besloten om op de top van de Puy de Dôme een tempel te bouwen die gewijd werd aan de god Mercurius. Restanten van deze tempel zijn nog zichtbaar aanwezig maar ook een klein gedeelte is gereconstrueerd als een kunstwerk.
De weg die naar de top van de berg leidt draait als een cirkel om de vulkaan heen. Wanneer je een aantal jaren geleden de vulkaan bezocht werd je met pendelbussen naar de top gebracht. Deze weg is ook tot 1988 wel dertien keer gebruikt als eindpunt van een etappe in de Tour de France. Het was ook hier dat Eddy Merckx in 1975 zijn Waterloo vond in de Tour.
Sinds maart 2010 is de weg rondom de vulkaan echter afgesloten voor verkeer en is de top enkel bereikbaar met een tandradbaan, de Panoramique des Dômes. De trein gaat dagelijks om het uur, in het hoogseizoen om de 20 minuten. Er is ook nog een mogelijkheid om wandelend de top te beklimmen. Er is een pad dat heel vroeger gebruikt werd om per muilezel de top van de berg te bevoorraden. Het pad draagt de naam “Sentier de muletiers” (het muilezel pad) en is een prachtig alternatief voor de sportieve wandelaar om de top van de Puy de Dôme te bereiken.
Chef gaat op jacht
Drie jaar geleden schreef ik regelmatig verhalen over Chef en alles wat we met hem meemaakten. Die serie verhalen is gestopt na een serie van tien stuks maar ik had er nog steeds één in mijn hoofd zitten die nog nooit echt uitgeschreven was en dus ook nog nooit gepubliceerd. Ik heb de aantekeningen er nog weer eens bij gezocht en het hele verhaal is op papier gekomen. Het verhaal speelt zich dus wel een poosje geleden af. Om precies te zijn in het voorjaar dat we de pipowagen “Roulotte” aan het afbouwen waren. Dus we gaan even iets terug in de tijd.
Het is vandaag een prachtige voorjaarsdag dus we hebben het plan opgevat om lekker buiten aan de nieuwe pipowagen te werken. Er moet nog heel veel aan gebeuren voordat er gasten in kunnen logeren. Dus eerst gaan we de wagen maar eens dichtmaken met twee mooie terrasdeuren. Chef ziet het allemaal eens aan en maakt zich verder niet zo druk en parkeert zich in het gras in de buurt van de pipowagen. Met zijn neus in de zon en lekker languit. Wat wil je nog meer als hond in dit rustige stukje Frankrijk.
Maar ja, is het nu wel zo rustig. In de verte horen we wel een groep jagers die door de bosranden onderaan de heuvel aan het drijven zijn met honden. Ze hopen zeker nog wat te vangen dit weekend. De honden blaffen onheilspellend. Het is geen fijn geluid wat we zo in de verte horen. Maar goed….het hoort bij de jacht. We hebben ons er inmiddels echt wel bij neergelegd dat dit een belangrijk sociaal gebeuren is en het is onlosmakelijk verbonden met het Franse leven. Ik heb zelf niet zo veel met de jacht maar als je hier als boer je kippen per dag ziet verdwijnen omdat er een vossenburcht in de buurt is ben je toch zeker wel blij met de plaatselijke jachtvereniging. Dus wanneer in het najaar het jachtseizoen start horen we zeer regelmatig de jagers rondom ons heen in de velden en de weilanden.
Chef z’n vader was een ras jachthond en daarom zit Chef zelf natuurlijk ook vol met dat jachtbloed. Alleen Chef weet zelf niet zo goed raad met het jachtinstinct. Hij weet wel dat hij iets moet doen, maar wat? En dan is er nog iets…..toen wij Chef adopteerden vanuit het asiel hebben we plechtig moeten beloven dat we Chef niet voor de jacht zouden gaan gebruiken. Dat doen we ook zeer zeker niet maar wanneer Chef dan toch al die jachtgeluiden in de verte hoort wordt hij toch wel een beetje zenuwachtig. Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan. Het instinct zit er nu eenmaal in maar gelukkig heeft Chef geen ervaring met de jacht.
Terwijl we druk bezig zijn met de pipowagen hebben we niet zoveel aandacht voor Chef. Maar als ik weer eens van de ladder af kom en ik weer met mijn beide benen op de grond sta zie ik tot mijn schrik dat Chef er wel vandoor is. Ik weet niet precies waar hij is maar ik heb natuurlijk wel een idee.
Met in mijn ene hand de hondenriem en in mijn andere hand wat hondensnoepjes ga ik dus maar op zoek naar Chef. Waar ik moet gaan zoeken is natuurlijk niet zo moeilijk. Ik volg dus maar het geluid van de groep jagers. De honden van de jagers hebben allemaal bellen om hun nek om de jagers een idee te geven waar ze zijn en om het wild op te drijven naar de echte jagers die verderop staan te wachten om het wild te gaan schieten. Eigenlijk dus niet zo’n goed idee om hier naar je hond te gaan zoeken. Maar ja, ik weet haast zeker dat Chef hier naar toe is gegaan. Maar er valt me wel iets op. De jagers spreken heel veel met elkaar en er wordt wat heen en weer geschreeuwd. Dat is wel nieuw voor mij want dat hoor je toch niet zo vaak.
In de verte zie ik de jagers al duidelijk door het bos stappen met hun verplichte oranjekleurige outfit. Ze kammen vakkundig het hele bos uit op zoek naar hun jachttrofeeën van vandaag. Maar ik zie toch echt dat er veel consternatie is onder de groep jagers. Er wordt veel heen en weer geschreeuwd en ik zorg dat ik duidelijk in het zicht van de jagers dichterbij kom zodat ze niet denken dat ik de trofee van vandaag moet gaan worden. En nu ik wat dichterbij ben zie ik dan ook meteen wat de reden voor de extra consternatie is.
Chef paradeert met een opgestoken staart tussen de jagers en de honden in en wil lekker meedoen met het super spannende spel. Hij vindt het geweldig om zo overal een beetje tussendoor te struinen. Het enige nadeel is wel dat Chef geen snars snapt van het hele jagersspel. Hij hobbelt gewoon lekker heen en weer en heeft het geweldig naar zijn zin. Het is een geweldig gezicht om dit schouwspel zo te zien. De jagers die zich even geen raad weten wat te doen en Chef die zich van geen kwaad bewust is en lekker heen weer loopt.
De jagers die mij inmiddels in het vizier hebben zien mij zoeken met een lege hondenriem en begrijpen meteen wat ik kom doen. De opluchting is heel groot bij de jagersclub. Ze zijn het gespeel van Chef best al wel zat en vinden het zeker tijd worden dat hij naar huis gaat. Eén van de jagers moet nog wel even vertellen dat ze ons geprobeerd hebben te bellen maar dat dit niet lukte. Chef draagt een prachtige penning waar ons telefoonnummer op staat. Er is alleen één probleempje. De penning is erg afgesleten en ovaal geworden. Daardoor is het eerste en het laatste cijfer van het hele telefoonnummer gewoon weg. Geen compleet nummer meer. Ik kan niet anders dan gniffelen om de hele situatie.
Je kan aan Chef goed zien dat hij het hele tafereel met pijn in zijn hart moet verlaten. Het duurt wel even voor Chef besluit om met mij mee te gaan maar uiteindelijk kan ik toch mijn hondenriem vastmaken aan de halsband met de afgesleten penning met het incomplete telefoonnummer. Ik kan het echt niet over mijn hart verkrijgen om Chef een standje te geven vanwege het weglopen. Ik moet er gewoon heel erg om lachen. Dus wanneer je wilt dat een jachtpartij in het honderd gaat lopen wat moet je dan doen? Je stuurt Chef erop af en het gebeurt allemaal vanzelf.
Ratatouille
Iedereen kent het woord "Ratatouille" maar wat is het nu precies.
Het woord Ratatouille komt uit de oude Mediteraanse taal (ratatolha). Het is een Frans gerecht met veel gestoofde groenten, dat in eerste instantie vooral in de Provence veel werd gegeten. Inmiddels is het een alom bekend recept wat door heel Frankrijk veel op de tafel verschijnt. Hierdoor zijn er natuurlijk ook heel veel verschillende variaties van het gerecht geïntroduceerd. Ook in de andere landen rondom de Middellandse Zee worden allerlei variaties geserveerd. In Frankrijk wordt het gerecht ook wel kortweg “rata” genoemd.
De bereiding kan dus zeker per regio verschillen, maar basis ingrediënten van ratatouille zijn toch altijd veel verschillende soorten groente. Het liefst natuurlijk uit eigen tuin. Maar de basis wordt bijna altijd gevormd door tomaat, courgette, aubergine, ui en knoflook. Ratatouille wordt in Frankrijk meestal als hoofd gerecht gegeten met stokbrood. In de zomer wordt dit ook vaak koud gegeten. Er zit aan dit typisch Franse gerecht toch nog een Hollands luchtje. Het Nederlandse woord “ratjetoe” (zooitje, mengelmoes) is namelijk een verbastering van het woord ratatouille. En om alles toch nog wat duidelijker te maken hebben we hier een heel makkelijk recept van een Franse Ratatouille voor 6 personen.
Ingredienten:
2 middelgrote aubergines, samen ca. 450 gram 4-5 eetlepels olijfolie 1 grote ui, in ringen 2-3 teentjes knoflook, zeer fijn gesneden 1 grote rode of gele paprika, van zaad ontdaan, in dunne reepjes 2 grote courgettes, in 1 cm dikke plakjes 675 gram rijpe tomaten, ontveld, van zaad ontdaan en in stukjes 1 theelepel gedroogde “Herbes de Provence” Zout en versgemalen zwarte peper
Keek op de week
Deze week was toch wel weer een lastige wat betreft de vorderingen met het werk voor de nieuwe pipowagen. De rugpijn wordt wel iedere dag minder en zo aan het eind van de week lijkt het toch allemaal wel weer goed te komen. Maar schijn bedriegt toch wel een beetje. Het lijkt wel een beetje op een kwakkelend griepje ofzo. We slepen ons echt door de week heen. Maar toch zijn we iedere dag bezig. Het werk is nou ook niet om echt blij van te worden. Zoals u misschien nog weet zijn we met het schilderwerk bezig voor de buiten bekleding van de pipowagen. Vurenhouten delen van vier meter lang. We hebben een stapel van 70 stuks liggen. Zo langzamerhand voelen we ons meer een soort lakstraat dan dat we lekker aan het werk zijn om een pipowagen te maken. Het is echt heel suf werk maar het moet wel gebeuren. Borstelen, schuren, afborstelen, doorgeven, lakken, wegleggen, laten drogen, weer opnieuw wegzetten, schuren, afborstelen, lakken…………
Maar tijdens het werken heb je wel tijd om uit te rekenen hoeveel meter we dan uiteindelijk gegrond en gelakt hebben. Kijk even mee………. 70 delen van 4 meter. Dat is 280 meter lengte. Dit moet aan beide kanten gegrond worden. Dat is dus al 560 meter en daarna moet dezelfde lengte ook weer geschuurd en gelakt worden. Dus de totale lengte van het lakwerk komt dan op 1120 meter. Dat is gewoon meer dan een kilometer. Geen wonder dat we er een beetje gek van worden. Maar voorlopig zijn we er gelukkig even doorheen. Het is nu één keer gelakt en uiteindelijk moet dat natuurlijk nog een keertje maar dat doen we dan weer als de wagen in elkaar zit. Voor nu is het wel even genoeg geweest.
Ik hoop dat we volgende week wat meer plezier in het werk hebben als we weer eens een beetje kunnen bouwen aan de wagen. U kunt het dan weer allemaal zien wanneer de nieuwe nieuwsbrief uitkomt.
Chateau Peufeuilhoux
Op iets meer dan een half uurtje rijden vanaf Camping “Au Bout du Monde” bevind zich een prachtig Chateau. Wanneer je de oprit opdraait waan je jezelf al in een middeleeuws tafereel waar je pas weer uit komt als je het terrein verlaat. Alles is tot in detail gerestaureerd en heel sfeervol ingericht. Het is zeker de moeite waard om je boek even weg te leggen en uit de hangmat te stappen om een bezoek te brengen aan dit Chateau.
Tussen Montluçon en Saint Amand Montrond ligt het prachtige Chateau Peufeilhoux. Het is gelegen op een rots met uitzicht over de valleien van de rivieren de Cher en de Aumance. Aan de rand van het Forêt de Tronçais heeft dit Chateau al een enorme geschiedenis achter zich. In de middeleeuwen bestond het eigenlijk alleen maar uit een kerker die diep in de rots was gehouwen met daar bovenop een houten boerderij met een groot erf. Rond de 14e eeuw werd het hout van de boerderij vervangen door het roze zandsteen dat gevonden werd in de aangrenzende steengroeven. Zo kreeg het Chateau zijn hedendaagse vorm.
Tijdens de geschiedenis van het Chateau is het verschillende keren verlaten en vergeten en ook dit Chateau zou dan zijn lange lijdensweg gaan beginnen om een verlaten ruïne te gaan worden net als zoveel oude Chateau’s in Frankrijk. Maar in 1920 werd het eigendom van de Michel Machart en die is een grote renovatie operatie begonnen om het Chateau zijn oude glorie terug te geven.
Het is nu volop te bezichtigen en het interieur is zeer de moeite waard. Het Chateau is heel smaakvol opnieuw gemeubileerd en het herbergt een schat aan prachtige historische elementen die niet alleen uit de regio komen maar van over de hele wereld. Daarbij worden over het algemeen de rondleidingen gegeven door de bewoners zelf en dat geeft een hele persoonlijke sfeer tijdens deze rondleidingen.
Op de website van Camping “Au Bout du Monde” vind u nog meer interessante kastelen die een bezoek meer dan waard zijn. www.au-boutdumonde.com/kastelen.html
Bezoek de website van het chateau zelf op www.chateaupeufeilhoux.fr Hetzelfde uitzicht iedere keer anders
Toen we aan het zoeken waren naar een plekje in Frankrijk om onze Franse toekomst waar te kunnen maken hebben we veel verschillende plekjes bekeken. Veel weekenden heen en weer, veel gezien, soms weer heel snel weg gegaan en andere plekken nog een keertje bekeken. Maar toen we hier in Les Trois Taillants aankwamen was het eerste dat we zagen het adembenemende uitzicht. Hier zijn we verliefd op geworden en dit heeft ook wel voor een groot gedeelte onze keuze bepaald. Wij vinden het nog steeds mooi. En dan denk je dat je het wel eens zat wordt of het op den duur gewoon gaat vinden. Dat is dus niet zo. Ieder dag sta ik altijd even het uitzicht in me op te nemen. Het is altijd hetzelfde uitzicht maar het is altijd anders. Per seizoen, per dag en per uur. Wij worden het nooit zat. Daarom leek het mij leuk om eens een serie foto’s te laten zien van ons uitzicht. Hetzelfde uitzicht maar iedere keer anders. De foto’s zijn genomen in een tijdsbestek van vier weken. Wij blijven er naar kijken, u ook?
Onze vakantie-gasten aan het woord
Deze week zijn er gasten van “Au Bout du Monde” aan het woord. Paul en Maria uit Amsterdam hebben rond de Pasen van het afgelopen jaar bijna twee weken in de gîte gelogeerd. Via natuurhuisje.nl hadden zij ons gevonden. Dit is wat Paul en Maria hebben achtergelaten in het gastenboek. Wij worden er erg blij van als mensen het zo naar hun zin hebben gehad op dit prachtige plekje in Frankrijk.
NB. In de recensie komt het boekje “Le Calepin du randonneur” ter sprake. Dit is een boekje vol met korte en langere wandeltochten in het gebied rondom Huriel. Dit is dus ongeveer 12 kilometer bij ons vandaan. Deze informatie is bij ons natuurlijk beschikbaar want deze tochten staan (nog) niet op onze website.
Keek op de week
We proberen iedere dag iets te doen. Het valt niet mee. De verbetering wat betreft de pijn in de rug gaat natuurlijk veel te langzaam. Maar zo langzamerhand worden alle spanten voor de nieuwe pipowagen wel gelijmd. Dit is een rustige klus waarbij deze spanten, die uit 3 lagen bestaan, op elkaar gelijmd moeten worden. De onderdelen overlappen elkaar zodat er één geheel ontstaat. En om alles op zijn plek te houden zijn er gaten in gefreesd waar houten pennen (deuvels) in gestoken kunnen worden, zodat alle onderdelen tijdens het lijmen op hun plek blijven zitten. Alle onderdelen zijn gelukkig keurig op maakt gemaakt en gevormd door Anton. Die heeft met een grote computergestuurde CNC-frees alle onderdelen voor ons perfect getekend en gemaakt. Alles past geweldig. Gelukkig hebben we nog steeds de tent staan in de werkplaats zodat we met een kacheltje het gedeelte waar de werkbank is gemaakt wat warmer kunnen stoken. In de nacht vriest het af en toe en de lijm vindt dat natuurlijk niet leuk. Maar op deze manier is het allemaal goed te doen.
Annette houdt zich dan bezig met het afzagen van de deuvels. Wanneer de lijm uitgehard is kunnen de punten die dan nog uitsteken met de multizaag afgezaagd worden en de lijm die tussen de laagjes door naar buiten kwam kan eraf gestoken worden met een beitel. De stapel met spanten die klaar is om verder afgewerkt te worden groeit gestaag. In totaal zijn er 24 spanten en die moeten toch echt allemaal één voor één gelijmd en daarna afgezaagd en afgestoken worden. Met veel geduld en gewoon stug doorgaan komen we aan het eind van de stapel. Na 576 deuvels en 8 patronen constructielijm zitten de 168 onderdelen aan elkaar en hebben we 24 spanten. Het kostte wel even wat tijd. De komende week gaan we verder met het afwerken.
Houtkrullen worden houtblokken
We hebben in de werkplaats nog een grote hersenbreker. Wanneer we flink wat werk verzetten is dat natuurlijk goed voor het inkomen maar het heeft ook een andere kant. De voorraad plasticzakken vol met houtkrullen wordt zienderogen groter en je kan je kont niet meer keren. En voor dat je het in de gaten hebt staat de hele werkplaats vol met zakken met houtkrullen. Toen Chef nog buiten in zijn hok woonde maakte we een mooie houtkrullen laag waardoor Chef lekker zacht heen en weer kon lopen. Maar Chef woont tegenwoordig binnen en de houtkrullen mogen dat niet van Annette. We moeten dus iets bedenken om hier vanaf te komen. En na lang prakkiseren is er een plan uit de hoge hoed gekomen. We hebben tegenwoordig de beschikking over een geweldige fineerpers. Wat ik wil doen is een mal maken om blokken te gaan persen van de houtkrullen. Die blokken kunnen we dan in de kachel verbranden en hebben we er nog wat warmte van ook. Goed plan maar…….dit is wel sneller bedacht dan gemaakt.
De eerste mal is gemaakt en de eerste testen kunnen gedaan worden. Het valt niet mee. De krullen blijven niet goed samengeperst zitten tot een blok. En voordat het blok uit de mal is, is het geen blok meer maar gewoon weer zaagsel. Het valt met dezelfde vaart weer uit elkaar. Na wat uitproberen komen we er achter dat de druk behoorlijk omhoog geschroefd moet worden. Daar heeft de pers weinig moeite mee maar de mal wel. De uiteindelijke druk komt uit tot net boven de 100 bar. Dat is best veel, als je bedenkt dat de druk in een autoband ongeveer 3 bar is. We moeten de mal dus wel wat steviger maken. Maar hierbij een volgend probleem. Het is nu haast niet te doen om het geperste blok uit de mal te krijgen. Door de hoge druk tijdens het persen zit het blok zo vast in de mal dat het blok niet meer uit de mal te krijgen is.
Ik heb nu de binnenkant van de mal bekleed met restjes marmoleum en dat werkt aardig. We kunnen nu met een hoge druk persen en het blok kunnen we er redelijk uitkrijgen. We gaan de goede kant op. Voorlopig kunnen we er voor gaan zorgen dat er een aantal zakken met houtkrullen als blokken de kachel in gaan.
Frans platteland als Nationaal Erfgoed
Het afgelopen jaar haalde haan Mauric regelmatig de voorpagina’s van de meeste Franse kranten. Mauric woont met zijn eigenaresse op het eiland Île d’Oléron. Daar is het al eeuwenlang een mooi voorbeeld van het Franse boerenleven. Maar dat veranderde toen daar een Parijs echtpaar een vakantiehuisje kocht. Zij dienden meerdere malen een klacht in vanwege het vroege gekraai van de haan. Dit gaf een enorme discussie door het hele land. Wat is overlast wanneer het geluid behoort tot het authentieke leven van een Frans boerendorp. Afgelopen september kwam er dan een gerechtelijke uitspraak dat Mauric de mogelijkheid gaf om vrijuit te kukelen. Dit was natuurlijk het begin van een nieuwe denkwijze die een lobby betekende voor een nieuwe wet in Frankrijk.
Parlementslid Pierre Morel sprong in de bres voor veel boerendorpen die te kampen hebben met de klachten van toeristen die klagen over kerkklokken die “te vroeg” galmen, koeien met koeienbellen die te veel herrie maken, hanen die te veel en te hard kukelen, tractoren die met teveel lawaai langskomen rijden in de vroege uren. Maar ook de geuren die het boerenleven met zich meebrengen. De geur van mest van koeien, kippen maar ook van hooi en diverse gewassen die geur verspreiden. Pierre Morel laat weten aan een ieder die het wil horen “het boerenland is niet enkel de rust en de bloemetjes zoals veel mensen denken. Het is veel meer divers”. Hij dient daarom een wetsvoorstel in dat ervoor moet gaan zorgen dat de typische geuren en geluiden van het boerenland als nationaal erfgoed worden beschermd.
Om een toenemend aantal geschillen van dit soort tegen te gaan, is in het Franse parlement nu dus de wet aangenomen. Het gaat om een toevoegsel aan de erfgoedcode die de typische geluiden en geuren van de natuur moet behouden, ofwel: het zintuiglijk erfgoed van het boerenland.
En daarbij is de wet unaniem aangenomen in het Franse parlement en alleen dat al is een vermelding waard in het “Genuine Book of Records”. Want als er ergens veel meningsverschillen zijn is dat wel in het parlement in Parijs.
La Chandeleur.
Dit is een echte Franse traditie. Op 2 februari (40 dagen na kerst) worden er in veel gezinnen crêpes (pannenkoeken) gegeten. De Fransen houden van tradities en de winkels doen daar natuurlijk graag aan mee. Dus iedere supermarkt heeft nu zijn eigen aanbiedingen van crêpes-pannen, crêpes-meel, potten Nutella en alles wat je daar maar bij zou kunnen eten. Maar wat is nu precies “la Chandeleur”?
Dit feest komt voort uit de kerk. Het wordt elk jaar gevierd 40 dagen na Kerstmis, de dag van de presentatie van het kind Jezus in de tempel. Dit wordt in Nederland “Maria Lichtmis”genoemd. De naam "Chandeleur" komt oorspronkelijk van "kaarsen", die vanuit de traditie gebruikt worden in de kerkdiensten bij deze gelegenheid. In kerken worden deze kaarsen of fakkels dan gezegend. Ze worden dan met name aangestoken om licht te geven en daarmee zuiverheid uit te beelden en het kwaad af te weren. De gelovigen nemen er vaak één mee naar huis en zetten deze op 2 februari voor het raam in de vensterbank.
Een feest is in Frankrijk niet compleet als er niet iets bij gegeten wordt dus daar werd iets bij bedacht. De ronde vorm en de gouden kleur van de crêpes vertegenwoordigt de zonneschijf en de terugkeer naar het licht. Begin februari beginnen de dagen geleidelijk aan langer te worden. En daarom is het eten van crêpes een eerbetoon aan de seizoenencyclus. Hiermee vieren de mensen dus de komst van de lente, die betere dagen inluidt. De winter is ten einde.
Deze viering gaat ook gepaard met bijgeloof. Als de boeren geen crêpes maken met het Chandeleur feest, zou de tarwe het volgende jaar slecht zijn. Om er zeker van te zijn dat de oogst goed zal zijn en de financiën goed gaan worden, moesten ze de eerste pannenkoek met de rechterhand zien om te draaien door deze vanuit de pan op te gooien en dan weer netjes in de pan op te vangen. In de linkerhand hield men dan een Louis d'Or (een gouden muntstuk uit die tijd). Als deze crêpe dan goed was gelukt en goed was opgevangen werd deze in de kast geplaatst. Ik denk dat tegenwoordig alle crêpes gewoon lekker worden opgegeten.
Keek op de week.
Na een week van eigenlijk betrekkelijk weinig doen vanwege de gammele rug is het nog lang niet helemaal over en we moeten het tempo echt aan gaan passen. Dat valt voor ons echt niet mee maar we gaan wel voorzichtig aan het werk natuurlijk. We kunnen dat niet laten. Annette is weer aan het schilderen geslagen om de houten delen in de grondverf te krijgen voor de nieuwe pipowagen. Het blijft een ontzettende grote stapel met hout en het valt niet mee om er doorheen te komen. We hebben wel in de werkplaats een tent gemaakt om toch een klein beetje een warme plek te kunnen maken met een kacheltje. Dit hadden we gedaan toen het koud ging worden. Maar sinds we de tent gemaakt hebben is er geen vorst meer. Dus we laten de tent gewoon staan anders gaat het natuurlijk wel vriezen.
Ik heb voor mijzelf een rustige klus opgezocht. Het houten frame maken voor de pipowagen is voor mijn rug nu een beetje te hoog gegrepen dus we zoeken iets anders. Vanuit Nederland hebben we alle onderdelen meegenomen om de dakspanten te maken voor de pipo. Deze moeten allemaal van elkaar gezaagd worden en daarna gelijk gefreesd worden met de bovenfrees. Hier heb ik een tafeltje voor gemaakt waar de frees ondersteboven onder hangt. Zo is het allemaal wat minder inspannend. De hele stapel met onderdelen is na een aantal dagen frezen netjes opgestapeld op een pallet. We gaan een werkplek maken om alle spanten te kunnen lijmen. Dat gaat natuurlijk ook in de tent gebeuren zodat we de boel een beetje warm kunnen maken met de werkplaatskachel. Ik hoop dat het volgende week weer zover goed gaat dat we de vaart er weer eens in kunnen gooien.
Geschiedenis.
We willen ook regelmatig even terugkijken. Een stapje terug in de geschiedenis van ons avontuur in Frankrijk. Het is voor ons soms ook wel een momentje om weer eens terug te kijken hoe we zijn begonnen in Les Trois Taillants. In een vervallen huis met een half ingestort dak, zonder elektriciteit, zonder enige vorm van luxe maar met heel veel zin om er iets van te gaan maken en om ons Franse avontuur te laten beginnen.
ltt-geschiedenis.weebly.com/voorlopig-koopcontract.htmlToen we het eens waren over de prijs, de gebouwen en de hoeveelheid grond werd het tijd om de afspraak te maken om het voorlopig koopcontract te ondertekenen. Dit ging het weekend voor de Kerst gebeuren. Op het moment dat we naar Frankrijk reden kwamen wij erachter dat het ook erg koud kan zijn in de Creuse. Voor ons was het de eerste keer dat we met de Kerstdagen in zicht hier in de Creuse waren. Dit geeft toch een aparte sfeer. Lees verder op de website van de geschiedenis.
Wandeltocht langs de kloof van de rivier de Cher.
Artikel uit de krant “la Montagne” van 24-08-2017
Heuvelachtig, aangenaam en schaduwrijk, de kloven langs het water van de Cher, in de buurt van Lignerolles, bieden prachtige landschappen voor een wandeling. Om de “Gorges du Cher” te gaan ontdekken, te genieten van de natuur, lekker te kunnen wandelen, is het circuit van de “Kloof van de Cher” langs het water perfect.
Wat is het parcours?
Dit is een lus van 9 km waarvan het vertrek (en aankomst) is in Lignerolles, Place de l'Eglise. Na een afdaling in het hart van het dorp, naar paden die leiden naar de kloven, loopt de route een paar kilometer langs de Cher. Een lichte stijging, het beklimmen van de Buse-rots, en een terugkeer naar de rand van de Cher markeren de rest van de route. Dan, plotseling, beweegt het pad weg van de Cher en nemen de hellingen plotseling toe. Na de beklimming ontmoeten we in de laatste kilometers gehuchten langs smalle wegentjes, veel minder koel en schaduwrijk dan de kloven, maar zeker zo mooi.
Deze route is geel gemarkeerd. Wees voorzichtig, soms moet je op zoek naar de markeringen, die verstopt kunnen zijn door de begroeiing.
Wat is de moeilijkheidsgraad ?
Het algemene niveau van de cursus is gemiddeld. Het is vrij eenvoudig en algemeen toegankelijk. Het levert echter twee of drie moeilijkheden op: de steile afdaling op het rotsachtige pad naar de Cher; het beklimmen van de rots van La Buse, die eruit ziet als een oude Romeinse weg, waar je jezelf aan een kabel moet vasthouden om te klimmen; en ten slotte een paar passages langs de Cher, waar het pad verandert in een smal paadje met wat gladde wortels als obstakel, een paar centimeter van het water verwijderd.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten ?
Elke moeilijkheid heeft een mooie beloning. Zo zal de afdaling naar de Cher je schaduw en rust brengen. Het beklimmen van de Buse-rots, de belangrijkste attractie van deze wandeling, biedt een prachtig uitzicht op de adembenemende steile muren van deze kloven en de rustige Cher. Ten slotte bieden de smalle paden ook een adembenemend uitzicht op de Cher, die natuurliefhebbers zeker zullen waarderen. Je kunt zelfs de tijd nemen om van de rust te genieten en daar stoppen voor een korte pauze of zelfs een picknick.
Hoe kan je deze wandeling compleet maken ?
Op een steenworp afstand van deze route, langs andere aangrenzende paden, bereikt u snel de voetgangersbrug over de Cher, die een ander en even adembenemend uitzicht op de kloven biedt. Je kunt ook, door even verder te zoeken, de oude meel- of hennepmolens vinden die getuigen van het lokale verleden.
Op korte afstand (15 minuten met de auto) brengt het pad je aan de andere kant van de Cher naar het Château de l'Ours. Staand op zijn rots biedt het een subliem panorama en een ander uitzicht over de kloof van Cher. Dit gebouw is 24 meter hoog en heeft muren van 3,40 meter dik! Het belangrijkste overblijfsel is de kerker. Het werd gebouwd in het begin van de 13e eeuw.
Clément Argoud |
AuteurBram en Annette Vroon eigenaren van Camping "Au Bout du Monde" voor een heerlijke rustige vakantie midden in de rust van de natuur en het authentieke Franse leven. Archieven
Januari 2021
Categorieën |